Categorie archieven: Beeldhouwen

Beeldhouwen en beeldhouwtechnieken, voorbeelden van werkstukken.
Tips en voorbeelden van beeldhouw vragen en problemen.

Hoe bewaar ik mijn houtbeitels.

Goede houtbeitels zijn een kostbaar bezit. Ze zijn niet goedkoop, maar als je er goed voor zorgt gaan ze gaan soms meerdere generatie mee.
Houtbeitels zijn er in heel veel verschillende soorten en maten. De meeste cursisten hebben er inmiddels enkele aangeschaft. Met een stuk of 4 kun je aardig uit de voeten.
Koop je eerste beitels niet te breed. Het werken met een smalle beitel kost minder kracht. Een halfronde van 10 mm, een van 6 mm breed en en niet te diep 3 mm b.v. zijn mooie start beitels. Daarnaast kun je nog een vlakke van 12 mm of 15 mm aanschaffen. Tenslotte een naar keuze.
De beitels bewaar je in een foedraal. Dan zijn ze goed opgeborgen  en kunnen ze niets kapot maken. De beitels worden zo los van elkaar bewaard en blijven mooi scherp. Ze zijn zelf ook goed beschermt en blijven mooi. Nog een voordeel, je hebt je beitels mooi overzichtelijk bij elkaar.

foedraal
Foedraal van Lidy

Je kunt een foedraal  in de winkel kopen, elke beeldhouwwinkel heeft ze, ook bij een gereedschapszaak kun je ze vinden.

Hier nog een voorbeeld van een stevig grijs foedraal uit een bouwmarkt.
Je kunt er ook zelf een maken. Hieronder twee mooie voorbeelden.

 

Exposeren

De cursisten van de beeldhouw- en boetseergroep  laten zien wat ze de afgelopen jaren hebben gemaakt, geleerd en ontdekt.
Ze maken een tentoonstelling van hun werk op 25 en 26 Maart in Werkplaats Dijk 5, 6551 ZC in Weurt.
De expositie is beide dagen open van 13.00-17.00.
Tijdens de expositie is er één van hen aanwezig om uitleg te geven en vragen te beantwoorden.
Er zijn werken te zien van klei, brons, steen en hout.
De werkplaats is de smederij van Gerlinde Habekotté, zij is de docent van de groep.
De exposanten zijn: Rian Evers, Joke Nijman, Herman Onstenk, Dicky van der Veen, Agnes Lichtenberg en Maria Ligthart

klei bol met gaten
Maria maakt een bol met gaten.

 

Een kleine speksteen.

Er was eens een saai klein stukje grijs speksteen.
Als tussendoortje werd het door Rian meegebracht naar cursus, omdat ze zo gauw geen andere steen had. Eigenlijk had ze er helemaal niet zoveel zin in, omdat het een saaie grijze kleur had en door het formaat moeilijk te bewerken.
Maar goed als je een keer aan iets begonnen bent moet je het ook afmaken.
In speksteen kun je beter niet hakken, de steen is niet erg stabiel,  er breken heel makkelijk stukken af. Meestal veel grotere dan je bedoelt.
Vijlen en raspen gaat heel goed, vormen met grof schuur papier ook.

Uiteindelijk is het een heel interessant klein object geworden, met een spannende bolle vorm aan de onderkant. Een paar mooie deuken geven het net weer even iets onvoorspelbaars.
Zoals bij elk ruimtelijk object is het belangrijk, dat je vorm een mooie spanning heeft, goede verhoudingen, niet te voorspelbaar is en aan alle kanten interessant.

De technische afwerken doe je met schuurpapier van nr. 80 t/m 1000 eventueel nog 1200. Je gebruikt waterproof schuurpapier en je schuurt in een teiltje.
De echte glans blijft bij speksteen alleen als je het daarna in de was zet. De laatste tijd hebben we een nieuwe methode ontdekt: inwrijven met bijenwas en daarna in de oven thuis een poosje op
80 gr. dan trekt de was goed in. eventueel herhalen als de steen warm is.

Een groot boetseer werkstuk maken

Oehoe van klei
Een grote uil van klei gemaakt door Hans.

Je wilt met klei een groot beeld maken, dat kan, maar het vraagt wel om goede voor bereidingen.
Als je het beeld wilt laten bakken moet je allereerst weten hoe groot de oven is waar hij in moet.
Je kunt er ook voor kiezen het beeld in delen op te bouwen. dan zijn je mogelijkheden eindeloos.
Hans heeft deze mooie grote uil gemaakt, hij past precies in de oven die wij gebruiken 70x50x50cm.
Het beste kun je werken met grove chamotte klei.  Je kunt het beeld massief opbouwen, maar dan heb je heel veel klei nodig en het beeld wordt heeeeel zwaar.
Hol opbouwen is het beste, je kunt eerst een basis van kranten maken. Wat ook kan is hol opbouwen, neem dan een wanddikte van minstens 3 cm. Naar boven toe kun je dunner werken.

 

Het opbouwen van zo’n beeld gaat niet in een keer. Je moet zorgen dat de basis leer hard wordt, pas dan kun je verder bouwen.
Soms heb je versteviging nodig, dit kan een stok zijn. Die je goed vast maakt op je boeseerplank. Die plank moet groot genoeg zijn en de stok stevig vast zitten.
Dit is vooral belangrijk bij een dun beeld.
De vorm verhouding van de oehoe is robuust, die blijft vanzelf staan.
Omdat de klauwen ergens overheen grijpen, moet het dier ook nog op een klein sokkeltje staan. Ook tijdens het bakken. Hans heeft hiervoor 2 bakstenen op maat gemaakt.

Het boetseren van het linker oog.

Het boetseren van een gezicht is een van de moeilijkste onderdelen van het vak.
Ik ga nu niet precies uitleggen hoe het in zijn werk gaat, dat staat uitgebreid beschreven in een aantal boeken. De beste manier om het te leren is het zelf te doen.

zwemster
Het gezicht van een zwemster.

Dicky boetseert een zwemster met een karakteristieke fantasie kop.
De neus en de mond zitten er al op, nu de ogen nog.
Als je rechts bent zal je merken, dat het maken van een rechter oog makkelijker is dan het linker. Vaak begin je er ook automatisch mee.
Bij het boetseren speelt je motoriek een grote rol. Handelingen aan je rechterkant gaan makkelijker en beter.
Voor links handige mensen is het net anders om.
Hou daar rekening mee, en werk aan beide kanten tegelijk, zo voor kom je, dat je heel erg je best moet doen, om het linker oog precies het zelfde te moeten maken, als het veel mooier gelukte rechter oog.
Dit geld in principe voor het hele beeld. Werk altijd overal in het zelfde stadium aan het beeld. Zodat niet een onderdeel al helemaal af is en de rest niet.

Houtsoorten en bomen: goudenregen

Goudenregenhout is een geschikte houtsoort om een beeld uit te hakken. Het hout komt niet zoveel voor, maar als je eraan kunt komen is het zeker de moeite waard om het te bewaren.
Het hout is mooi vast van structuur en laat zich goed hakken. Het is vrij hard, en wat vezelig.
Het mooie van het hout is de spectaculaire kleur en patronen.
Minny heeft een prachtig stuk hout gevonden .  Je ziet mooi de lichte buiten rand en de donkere kern met de jaarringen.
Ze gaat er een gedraaide vorm uit hakken.

Houtsoorten en bomen: vlierhout

De vlierstruik komt veel voor, het kan een echte woekeraar zijn.
Daarnaast is het een heel bijzondere en heilzame plant. Hij bloeit mooi in het voorjaar en geeft vruchten aan het eind van de zomer, mooie zwarte kleine bessen in de vorm van een scherm.
Het hout van een vlierstruik lijkt waardeloos, als je hem snoeit zijn de takken dun en zacht, ook nog eens hol van binnen.
Is de struik wat ouder en zijn de takken dik, zoals het omgewaaide exemplaar hier boven, dan kun je er mooie dingen van maken.

Het hout is licht geel tot wit van kleur, het snijdt makkelijk.
Het hout is mooi compact van structuur het laat zich heel mooi glad afwerken. Het is heel geschikt om lepels uit te snijden.

Door te schuren met schuurpapier is het hout mooi te polijsten, daarna een beetje olijfolie erop doen en uit poetsen.
Als je het stammetje in vieren deelt zal het hout niet gaan scheuren.

 

 

Hoe maak ik een reliëf in klei?

Een reliëf  is een goed begin om ruimtelijk te leren denken.
Het is een soort tussenstap, tussen iets in het platte vlak en een ruimtelijk werkstuk.
Je begint met een plaat klei, die kun je rollen met een deegroller tussen twee stokje, zo krijg je een egale dikte. Je kunt het natuurlijk ook uit de hand doen dan krijgt het een organische vorm.
Je kunt het valk ook opbouwen uit stukjes klei die je aan elkaar maakt, zo kan er al een begin van een reliëf ontstaan.

wand tableau
Agnes heeft een wand tableau gemaakt met 3 figuren.

Agnes heeft een plak gerold uit de losse hand, hierdoor ontstaat dikte verschil, dat geeft een mooi levendig effect aan de huid.
Ze heeft vormen van klei op de plaat geplakt en er vormen uit gesneden en lijnen aangebracht. Zo krijg je goede diepte werking.
De schaduwen veranderen met de licht inval, dat maakt het werkstuk interessant.
Een ander voorbeeld is dit werk van Maria, ook twee hoofden, maar dan heel anders.

wandrelëf.
Twee figuren in klei, nog ongebakken, gekleurd met engobe.

Maria heeft hier twee figuren uitgebeeld, door vormen van een hoofd en lichaam op de kleiplaat aan te brengen. Ook de haren, neus en mond liggen hoger, de ogen zijn naar binnen gewerkt.
Ook hier werk de schaduw mee aan het effect van het eind resultaat.
Dat schaduw heel belangrijk is bij het suggereren van diepe en ruimtelijkheid zie je goed in een ander reliëf dat Maria heeft gemaakt. Dit abstracte wandreliëf is heel aantrekkelijk door de afwisseling van licht en donker.

reliëf van klei
vormen en structuren maken een bijzonder wandreliëf.

Om structuren aan te brengen in klei kun je allerlei hulpstukken en materiaal gebruiken. Je kunt er in prikken, overheen schrapen, in snijden. Je kunt er van alles in afrukken, zoals een sleutel, jutte, vitrage, gordijnstof, taartkleedjes, gaas, bladeren enz.  De mogelijkheden zijn eindeloos en experimenteren levert altijd verrassende dingen op.

 

 

 

Hoe maak ik mijn houtbeitel scherp?

wetstenen
twee wetstenen en een stukje leer.

Goede houtbeitels zijn een kostbaar bezit, wanneer je ze goed behandeld gaan ze meer dan een leven lang mee.
Het staal van een houtbeitel is hard, hard staal kun je goed scherp maken en het blijft ook lang scherp. Een nadeel van hard staal is, dat het makkelijk afbreekt, Het komt nog al eens voor dat er een stukje uit je bijtel breekt. Je heb dan te veel gewrikt in het hout en niet gesneden.
Hoe krijg je dan je beitel weer scherp?
Het beste gaat het door met een grove wetsteen de bovenkant helemaal plat, dus bot te maken. Je kunt het ook op een slijpmachine doen, dan moet je zorgen dat de bijtel niet te heet wordt.
Dan begin je met het opnieuw scherp maken van de beitel.
Je haalt hem voorzichtig met de schuine kant over de steen, tot dat je zeker weet, dat je de oorspronkelijke hoek weer goed te pakken hebt. Dan kun je meer kracht zetten en sneller heen en weer bewegen. Je blijft met de grove steen werken, tot de bijtel weer bijna scherp is. Wanneer je er bovenop kijkt, op de snede, mag je geen randje zien. zie je geen rand je meer, dan neem je de fijnere korrel van de steen en tot slot de hele fijne steen.
Het uiterlijk van de geslepen kant moet er nu glad en bijna glimmend uitzien. Als je voorzichtig over je nagel snijd moet hij een beetje nagel afschrapen.
Tenslotte verfijn je de scherpte nog met een stukje leer. Zelfde houding en zelfde beweging als op de steen.
Leer maakt de bijtel nog scherper, denk maar aan de barbier.
ben je met een beeld aan het hakken kun je je bijtel af en toe even langs het leer halen of de fijne wetsteen, om de scherpte er in te houden.
Het is een kwestie van aanvoelen en veel ervaring. Oefening baat kunst.

guts
Een mooie brede guts, dat is een iets ronde beitel.

Als de beitel rond is, zoals deze (ook wel guts genoemd) dan maak je met het slijpen een wiegende beweging, met de ronding mee.

 

Werken in notenhout.

Notenhout is bekent, omdat het door meubelmakers gebruikt wordt. Het is ook mooi hout voor beeldhouwers. In de zomer van 2015 is Dicky begonnen met een flink stuk.
Haar idee is om een ammoniet te hakken uit dit stuk hout. Eerst zagen we een breed stuk uit een stam die zich in tweeën splitst. Daarop wordt grof weg de vorm van de ammoniet getekend. Dan begint het hakken.
Ze begint er aan tijdens de workshop beeldhouwen bij Stip24
in Oostenrijk.
Een ammoniet of slakkenhuis is een prachtige vorm, het lijkt simpel, maar is erg moeilijk om te maken. Alles moet mooi rond en regelmatig van vorm worden. Dat is ook de belangrijkste opgave voor Dicky. De vorm moet mooi rond en regelmatig lopen.
In het hout zit een prachtige verkleuring, die na verloop van tijd steeds beter tevoorschijn komt. Maar ook heeft het hout een bepaalde groeirichting en structuur, die het bewerken soms erg lastig maken. Na heel wat uren cursus, bijna een jaar verder is het beeld eindelijk af.
Het is prachtig geworden, een mooie vorm, het kleur effect van het komen goed uit. En dat het niet helemaal symmetrisch is maakt het spannend en geeft de vorm beweging.
Notenhout kun je goed bewerken, het is matig hard. de kleur is grijs bruin, tot donkerbruin.