Het maken van een beeld is al moeilijk genoeg.
Dicky maakte deze prachtige dolfijn. Hij moet mooi glad en strak zijn, zijn huid moet haast glimmen. De uitdaging is om hem snel en gestroomlijnd te maken. Dat laatste bereik je door de vorm de goede spanning mee te geven. Hij moet een strakke huid hebben, zonder deuken en hobbels. Wanneer je er langs kijkt moeten alle lijnen vloeiend lopen. Als dat gelukt is kun je de huid laten glimmen. De klei moet leer hard zijn. Je neemt dan een glad hard voorwerp, wat een beetje bol is, b.v. een kiezel, een lepel enz. Daarmee strijk je over het beeld en je zult zien de klei gaat glimmen.
Een dolfijn moet springen, hij kan niet van zichzelf staan, daarom kies je een sokkel waarop je hem kunt bevestigen meet een pin.
Zo lijkt hij te zweven boven het water. Dicky heeft de sokkel de vorm van een golf gegeven, (het is een stuk speksteen) zo wordt het een mooi geheel wat goed bij elkaar past en de dolfijn springt!
Categorie archieven: klei
Met klei werken.
Je kunt op verschillende manieren een beeld van klei maken.
Martijn bouwt zijn beelden op uit worstjes klei.
Op deze manier kun je makkelijk allerlei vormen maken. Het voordeel is dat je beeld meteen hol is.
(Een massief kleibeeld moet je uithollen, als je het wilt bakken)
De worstjes klei moet je goed aan drukken, anders hechten ze niet goed op elkaar. Aan de binnenkant kun je ze samen wrijven, zodat het een geheel wordt. Dat kan natuurlijk ook aan de buitenkant, maar dan krijg je niet zo’n mooi ritme en patroon. Je kunt op allerlei manieren de worstjes op elkaar stapelen, er ontstaan dan steeds andere ritmes en structuren.
De verschillende onderdelen kun je apart maken en later tot een beeld samen voegen.
Belangrijk is, dat de wanddikte gelijkmatig is.