Kersenhout is een fijne houtsoort om mee te beeldhouwen. Marieke hakt hier in een stammetje, waar de bast nog omheen zit. Bij dit stammetje is de barst glad en strak, daaraan kun je een kersen boom goed herkennen. Bij een oudere boom is de schors wel dikker en ruw. Ze is een beginnende beeldhouwer, de techniek van het hakken is ze nog aan het leren. Marike is hier de stam aan het uithollen, zo leert ze hoe ze de rand moet bewerken, de stam leeg halen en door kopshout te hakken. Hoe krijgt ze de uiteinden mooi strak naar beneden? Hoe ver kan ze tot er iets uit breekt? Welke bijtel kan ze het best gebruiken voor de verschillende taken?
Op tafel liggen een aantal beitels en gutsen. De rode beitels zijn timmermansbeitels, daar kun je de kopse kanten goed mee bewerken, en ook mooie strakke rechte kanten mee steken. Er ligt een ondiepe halfronde guts, daarmee kun je de stam uit diepen. De platte aan twee kanten schuine guts is ook voor het mooi strak snijden van een oppervlak. De houten klopper is een middelmaat, hij is niet te zwaar. Als beginner kun je beter niet met een te zware klopper beginnen. Dan ontstaan blessures, die het plezier in het hakken bederven. Ben je wat meer geoefend dan kun je een zwaardere nemen.
Het menselijk lichaam boetseren is heel interessant. De vormen zijn prachtig een heel inspirerend. Dat zie je aan alle mooie beelden in musea, kerken en aan gebouwen. Voor cursisten is het een uitdagend onderwerp. Tegelijk is het voor een beginner heel moeilijk.
De vormen van een lichaam zijn heel complex. De verhoudingen heel belangrijk. Voor een beginner is een torso een aantrekkelijke werkvorm. Je kunt je consenteren op de grote lichaamsvorm. Het hoofd, de handen en de voeten kun je weg laten. Ton heeft hier voor het eerst een vrouwen lichaam geboetseerd.
Hier zie het zoeken naar de verhoudingen en de vormen van de borstkas en de buik. Hoe zitten de benen eigenlijk aan de romp. De cursist heeft dit in 5 proeflessen gedaan.
Wim is de romp van een jonge man aan het maken is. Als hulp middel heeft hij de verhoudingen van een lichaam op een raster gezet. Dit helpt hem om de juiste lengtes van de lichaamsonderdelen te bepalen.
De perenboom vind je in boomgaarden en tuinen. Productiebomen zijn klein en dun. In oude hoogstamboomgaarden vind je mooie oude exemplaren. Het is natuurlijk zonde om ze om te zagen.
Perenhout is prachtig, het is heel geschikt voor beeldhouwen.
Het is hard, harder dan appel en kersenhout. Prachtig compact en stevig. Blokfluiten worden van perenhout gemaakt.
Het hout is geelbruin, soms met wat rood. Er kunnen ook licht gele zachte stukken in zitten, dit zijn slechte plekken.
Perenbomen kunnen hoog worden, ze groeien rechtstandig.
Appelbomen groeien bolvormig.
Er zijn heel veel soorten perenbomen, naast consumptie peren worden ze ook verwerkt tot cider of most.
De stam is bedekt met een grove schors, die eruit zien als een soort schubben. Je ziet diepe groeven in de stam.
Het hout is hard, om het te bewerken heb je kracht nodig. Daarom is het minder geschikt voor beginners.
Ruimtelijk werken, beeldhouwen in hout, smeden, boetseren, creatieve cursussen