Dicky maakt een kleine pandabeer voor haar kleinkind. Het moet een grappige beer worden met een lieve uitstraling. Daarvoor heeft ze een mooi voorbeeld van een jonge panda beer opgezocht.
Hierboven is de beer al bijna af, het moeilijks zijn de oren, waar zitten ze precies, wat is de mooiste vorm.
Het is heel goed gelukt door de houding, het lachende mondje en de kleine ogen, meteen vertedering op te roepen. Het is best moeilijk, maar als het lukt je beeld de juiste uitdrukking mee te geven is dat een extra kick.
Het opruwen van een deel van het hoofd en lijf geeft een zacht effect en is meteen het een goed contrast. De panda is immers zwart wit.
Het boetseren van een portret is een moeilijke opgave.
Wim heeft zich als doel gesteld een portret te maken van zijn vrouw.
Eigenlijk is het beter om de persoon die je wilt maken voor je te hebben zitten, zodat je hem of haar ruimtelijk kunt zien.
Van foto’s interpreten is veel lastiger, omdat ze plat zijn.
Maar goed, dat kan nu eenmaal niet altijd.
Het is belangrijk goed te beginnen. De kop boetseer je op een lange stok, zorg ervoor dat hij vergenoeg boven de grond zweeft, want je moet ook goed bij de kin en hals kunnen komen.
De basis vorm is eigenlijk het belangrijkst, dat bepaalt de verhoudingen. Een hoofd is een soort ei, met de kin als punt. De hoogt, lengte en breedte bepalen of iemand lijkt. Voor de gelijkenis is het ook heel belangrijk hoe het hoofd op de nek staat.
Hoe draagt iemand zijn hoofd.
Je kunt een persoon aan zijn schaduw achter een laken herkennen, dat betekent, dat veel details er niet toe doen om iemand te herkennen. Wel de grote vorm en lijnen.
Als je met foto’s werkt, zorg er dan voor dat je van alle kanten foto’s maakt.
Nu is de grote vorm naar tevredenheid en kan het zoeken naar de positie van de ogen, neus en mond beginnen. Daar voor kun je hulp lijnen trekken. Plaats neus, ogen, mond en oren eerst vooral niet te precies, zodat je ze makkelijk weg kunt halen of verplaatsen.
Maak je meteen een mooi oog en zit het niet op de goede plek, dan heb je er niks aan. Gun je zelf de vrijheid om te blijven zoeken en veranderen. Dan krijg je het beste resultaat.
Wim heeft lang en gedetailleerd aan zijn portret gewerkt.
Het haar is ook belangrijk, want het vormt een volume wat zorgt voor herkenning.
De ogen zijn het moeilijkst, daar ga ik later wel eens op in.
Ook de mond zorgt voor veel uitdrukking, hier is ze nog te strak.
Wel zie je al mooi de vormen van de wangen en hoe de mond en kin eruit komt.
Als het portret klaar is wordt het uitgehold en gebakken.
We hebben kranten op de stok gedaan, zodat het al gedeeltelijk hol is. Voor de zekerheid lichten we de schedel en kijken of de wanddiktes egaal zijn.
Het bakken is goed gegaan.
Je kunt hier zien dat de uitstraling van gebakken klei weer heel anders is.
Het is een mooi dromerig hoofd geworden.
Zoals belooft zou ik uitleggen wat er mis ging met de poes van Dicky.
De kop van de kat is er afgeknapt, omdat er lucht tussen de klei zat.
De onderste twee pijlen wijzen naar een glad oppervlak, dat betekent dat er een luchtbel zat. Ook de haarschuren wijzen op lucht.
Op de foto’s zie je de ruimte tussen de worstjes erg goed. De worstjes klei zijn niet mooi aan elkaar gezet aan de binnenkant. De dikte tussen de worstjes varieert te veel, hierdoor ontstaat spanning bij het bakken.
De warmte moet gelijkmatig over de klei verdeeld worden, dat geeft spanning op plaatsen waar de wand erg dun is. Ook aan de binnenkant moet je een beeld van klei altijd zorgvuldig afwerken.
Met fijne chamotte klei komt het nog nauwkeuriger.
Dicky gaat een poes boetseren met fijne chamottenklei.
Fijne chamottenklei bevat kleine steentjes, onder de 0,2mm.
Je kunt er preciezer en gedetailleerder mee werken, dan met grove chamottenklei 0,5mm steentjes. Een nadeel is, dat het sneller knapt bij het bakken. Je moet zorgvuldig werken en je beeld hol opbouwen, of dunwandig uithollen. De wanddikte moet overal gelijk zijn. Grote verschillen in wanddikte moet je beslist voorkomen.
Hier zie je Diky aan het werk met de poes. Ze bouwt hem op met worstjes klei. De boetseert ze zorgvuldig aan elkaar en bouwt zo het lichaam van de poes op. Je kunt het natuurlijk uit je hoofd doen, maar vaak zijn een paar plaatjes erg handig om bepaalde details te kunnen maken en de verhoudingen te bepalen. Een levend model is natuurlijk altijd beter. Je eigen kat boetseren is erg leuk en leerzaam.
Aan de buitenkant maakt Dicky de poes mooi glad en stelt de vorm nog wat bij. De klei mag niet te vers zijn, want dan stort de holle vorm makkelijk in. Een prop kranten erin helpt ter ondersteuning en neemt meteen vocht op.
De vorm van de poes is nu klaar, details als oren, neus, en pootjes vragen wat extra aandacht. Het laten kijken van de poes is nog het moeilijkst. Daarvoor moet je soms verschillende keren pupillen maken, door met een hout je in het oog te steken. Er ontstaat dan een donker plekje, hoe dat precies zit en waar het heen kijkt, laat de poes kijken.
Tenslotte ruwt Dicky de klei nog licht op om haartjes te suggereren.
De poes is nu klaar en moet drogen om gebakken te worden.
Het laten bakken van je werkstuk is altijd weer spannend, wanneer er lucht in de klei zit kan je werkstuk uit elkaar knappen. Ongelijke wanddikte zorgt voor te veel spanning tussen de delen en dat geeft scheuren.
Helaas heeft Dicky’s poes de oven niet overleeft.
Ik zal in een volgend stuk uitleggen waarom het mis ging.
Ruimtelijk werken, beeldhouwen in hout, smeden, boetseren, creatieve cursussen