Kersenhout is een fijne houtsoort om mee te beeldhouwen.
Marieke hakt hier in een stammetje, waar de bast nog omheen zit.
Bij dit stammetje is de barst glad en strak, daaraan kun je een kersen boom goed herkennen.
Bij een oudere boom is de schors wel dikker en ruw.
Ze is een beginnende beeldhouwer, de techniek van het hakken is ze nog aan het leren.
Marike is hier de stam aan het uithollen, zo leert ze hoe ze de rand moet bewerken, de stam leeg halen en door kopshout te hakken.
Hoe krijgt ze de uiteinden mooi strak naar beneden?
Hoe ver kan ze tot er iets uit breekt?
Welke bijtel kan ze het best gebruiken voor de verschillende taken?
Op tafel liggen een aantal beitels en gutsen.
De rode beitels zijn timmermansbeitels, daar kun je de kopse kanten goed mee bewerken, en ook mooie strakke rechte kanten mee steken.
Er ligt een ondiepe halfronde guts, daarmee kun je de stam uit diepen.
De platte aan twee kanten schuine guts is ook voor het mooi strak snijden van een oppervlak.
De houten klopper is een middelmaat, hij is niet te zwaar.
Als beginner kun je beter niet met een te zware klopper beginnen.
Dan ontstaan blessures, die het plezier in het hakken bederven.
Ben je wat meer geoefend dan kun je een zwaardere nemen.