boetseren

Hoe boetseer ik een poes.

Dicky gaat een poes boetseren met fijne chamottenklei.
Fijne chamottenklei bevat kleine steentjes, onder de  0,2mm.
Je kunt er preciezer en gedetailleerder mee werken, dan met grove chamottenklei  0,5mm steentjes. Een nadeel is, dat het sneller knapt bij het bakken. Je moet  zorgvuldig werken en je beeld hol opbouwen, of dunwandig uithollen. De wanddikte moet overal gelijk zijn. Grote verschillen in wanddikte moet je beslist voorkomen.

Hier zie je Diky aan het werk met de poes. Ze bouwt hem op met worstjes klei. De boetseert ze zorgvuldig aan elkaar en bouwt zo het lichaam van de poes op. Je kunt het natuurlijk uit je hoofd doen, maar vaak zijn een paar plaatjes erg handig om bepaalde details te kunnen maken en de verhoudingen te bepalen. Een levend model is natuurlijk altijd beter. Je eigen kat boetseren is erg leuk en leerzaam.
Aan de buitenkant maakt Dicky de poes mooi glad en stelt de vorm nog wat bij. De klei mag niet te vers zijn, want dan stort de holle vorm makkelijk in. Een prop kranten erin helpt ter ondersteuning en neemt meteen vocht op.

De vorm van de poes is nu klaar, details als oren, neus, en pootjes vragen wat extra aandacht. Het laten kijken van de poes is nog het moeilijkst. Daarvoor moet je soms verschillende keren pupillen maken, door met een hout je in het oog te steken. Er ontstaat dan een donker plekje, hoe dat precies zit en waar het heen kijkt, laat de poes kijken.
Tenslotte ruwt Dicky de klei nog licht op om haartjes te suggereren.

De poes is nu klaar en moet drogen om gebakken te worden.
Het laten bakken van je werkstuk is altijd weer spannend, wanneer er lucht in de klei zit kan je werkstuk uit elkaar knappen. Ongelijke wanddikte zorgt voor te veel spanning tussen de delen en dat geeft scheuren.
Helaas heeft Dicky’s poes de oven niet overleeft.
Ik zal in een volgend stuk uitleggen waarom het mis ging.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *